vrijdag 12 december 2014

Boekverslag Reis Door De Nacht

 














Titel: Reis Door De Nacht
Schrijver: Anne de Vries


Wat vind ik van dit boek?
Ik vind dit een leuk boek, omdat het boek een heel duidelijk beeld geeft van hoe een gezin leefde in De Tweede Wereldoorlog. Wat ik ook interessant vind aan dit boek is dat je leert hoe het verzetswerk in De Tweede Wereld Oorlog in elkaar zat. Wat ik ook een voordeel vind van dit boek is dat het heel realistisch geschreven is waardoor het lijkt dat je het zelf beleeft. In vergelijking met andere boeken die ik gelezen heb zoals: Sonny Boy en De Rode Handschoen, vind ik een nadeel van dit boek, dat er soms heel lang over iets wordt gesproken, wat het wel wat langdradig maakt. Maar als je even doorleest dan kom je daar wel weer door heen. Een groot voordeel vind ik van dit boek wel dat het een duidelijke hoofdpersoon heeft. Bijvoorbeeld in het boek Sonny Boy zijn er meer personen waar het verhaal om draait.

Samenvatting
Jan woont net een tijdje met zijn familie in Drenthe, als hij op een vrijdag in 1940 opeens hoort dat de Duitsers Nederland zijn binnengevallen. De familie De Boer gaat dan zo snel mogelijk naar Scheveningen, om daar jan’s boertje: Frits op te halen. Hanneke, het andere zusje van Jan, logeert bij twee tantes in Rotterdam.

Onderweg gebeuren er allerlei dingen: Ze worden vaak aangehouden door nerveuze soldaten en zien neergestorte vliegtuigen langs de weg. Eenmaal in Scheveningen aangekomen is Frits oom Herman. Maar dan wordt Rotterdam gebombardeerd. Nederland geeft zich over en de regering vlucht naar Engeland. Zo snel mogelijk rijdt familie de boer naar Rotterdam en treffen daar gelukkig Hanneke ongedeerd aan. Maar als de familie naar huis wil rijden worden ze gehinderd: de auto wordt ingepikt door de Duitsers, doordat de Duitsers meer auto’s nodig hebben. Jan moet helpen met het vervoeren van gewonden naar het ziekenhuis. In het ziekenhuis ontmoet hij Trijntje, een verpleegster en hij wordt verliefd op haar. Helaas moet hij haar achterlaten, want de familie De Boer gaat weer terug naar Drenthe, waar hun huis ongedeerd op hen staat te wachten.

Als ze thuisgekomen zijn, gaan Jan en vader in het verzet, doordat ze het onrecht niet kunnen uitstaan. Het begint met een paar wapens opduiken uit het kanaal bij hen in de buurten het werk breidt zich uit tot het verspreiden van illegale krantjes en affiches. Plots krijgt het gezin de schrik van zijn leven, als vader op een dag per vergissing wordt gearresteerd door de Duitsers.
Al snel is hij weer vrij. Maar andere verzetsmensen zijn niet zo gelukkig als hij, en worden naar een kamp gebracht. Het werk wordt steeds gevaarlijker. Maar Jan en zijn vader laten zich daar niet door afschrikken en ontmoeten steeds meer mensen die hun helpen bij het verzet. In de hele streek wordt bekend dat je altijd terechtkunt bij de familie De Boer als je in moeilijkheden zit.

Zo komt er op een dag een angstige jongen aan de deur, achternagezeten en opgejaagd door de Duitsers. Natuurlijk helpt de familie de jongen, en vader zorgt zelfs voor een nieuw persoonsbewijs; nu heet hij Willem (Wim) de Boer. Daarna helpen ze ook nog twee Engelse parachutisten verbergen en helpen terug te gaan naar Engeland en dan is het grote verzetswerk begonnen. Daarna kunnen ze niet meer terug uit het verzet gaan. Jan, Fris (ook iemand uit het verzet)en vader ondernemen steeds gevaarlijkere acties om het vaderland te helpen.

Zo bevrijden ze Esther, een joodse vriendin van Trijntje, uit Westerbork, en ook verbergen ze vier joden in een bos in de buurt in een kampeerwagen. Ook verbergen ze nog een jongen en een Engelse parachutist en vermoorden een N.S.B.-er. Maar dan gaat het fout. De N.S.B.-ers merken een vergadering van verzetsleiders op bij Jan thuis en de Duitsers doen een inval. Iedereen weet te ontkomen, David wordt jammer genoeg gedood en het huis wordt in brand gestoken. Na dit incident woont elk gezinslid ergens anders. Jan zit bij oom Herman in Scheveningen en houdt zich koest. Waar vader en de anderen zijn, weet hij niet.

 Plots komt Wim hem opzoeken, en hij haalt Jan over om weer mee te doen met het verzet. Jan gaat met Wim mee naar de verzetsgroep van oom Hein. En daar begint het werk weer van voren af aan: eerst lichte, ongevaarlijke acties, maar later overvalt de groep een distributiekantoor en maakt 7000 bonnen buit. Ze weten niet wat ze hiermee moeten doen en oom Hein gaat naar Amsterdam om met de landelijke verzetsorganisatie te vergaderen. Jan gaat ook mee en ontmoet na een lange tijd zijn vader. Die zit dus ook weer bij het verzet. Samen met vader gaat hij die nacht logeren bij vrienden, die veel onderduikers in huis hebben. Die avond wordt er een inval in dat huis gedaan. Een groep onderduikers wordt gearresteerd, maar per toeval worden Jan, vader andere onderduikers niet gevonden. Een paar dagen later weten ze uit het door Duitsers bezette huis te ontsnappen.
 
Jan was heel erg geschrokken, maar besloot toch door te gaan met het verzetswerk. Er komen twee nieuwe leden bij de verzetsgroep: Anje en Sylvia. Samen met hen wordt een geslaagde actie ondernomen om een van hun kameraden, Piet, uit de klauwen van de Duitsers te bevrijden. Jan raakt daarbij gewond, en moet rust houden. Dan krijgt hij te horen dat vader tijdens een gewone straatcontrole is aangehouden en gevangengenomen. De moed zinkt hem helemaal in de schoenen, wanneer Sylvia de groep van oom Hein verraadt. Jan en Koos worden gelukkig niet gearresteerd. Samen vermoorden ze Sylvia, maar worden daarbij zelf ook gearresteerd.

Daarna wordt Jan gefusilleerd en afgevoerd met een vrachtwagen, samen met wat andere mensen. Maar dat wordt zijn redding, want onderweg ziet hij een mogelijkheid om te ontsnappen, hij waagt het erop en springt van de vrachtwagen af. Hij komt goed terecht en vind een veilig onderkomen. Jan gaat gewoon door met het werk alsof er niets is gebeurd. Hij sluit zich nu aan bij de groep van oom Gerrit. Oom Gerrit is de oude huisknecht van de familie de boer, die nu hun land bewerkt. Een drukke tijd breekt aan: de invasie van de geallieerden is begonnen.

 Naast een aantal kleinen werkjes, waaronder een telefoonlijn doorsnijden en vrachtauto's stelen van de Duitsers, organiseert de groep in samenwerking met de Engelsen een dropping van wapens. Als na Radio Oranje de slagzin "Jan heeft een goede vangst gedaan' omgeroepen wordt, weten de leden niet hoe snel ze zich moeten opstellen in het veld. De dropping is een succes. Er lijkt geen vuiltje aan de lucht, totdat oom Gerrit wordt gearresteerd, omdat hij mensen in het dorp zou hebben gewaarschuwd voor een grote razzia. Ook Sjoerd, een van de leden, wordt gevangengenomen. Daarna volgt een tweede dropping, en ondanks dat er uiterst voorzichtig te werk wordt gegaan, wordt het toch ontdekt door de Duitsers. Jan en Frits weten ze gelukkig weg te jagen met de geweren van de eerste dropping. De buit wordt veilig begraven, maar later ontdekken de Duitsers het. Gelukkig weten ze niet wie erachter zit.
Inmiddels komt de bevrijding snel dichterbij. De gevangenis waar oom Gerrit en Sjoerd zitten, wordt door een verzetsgroep overvallen. Nog voordat de groep mee wil vechten met de geallieerden, wordt Drenthe bevrijdt. Iedereen is blij, maar Jan wil eerst weten hoe het met vader is. Samen met Trijntje en Wim rijdt hij naar Duitsland. Eenmaal bij het kamp aangekomen krijgt hij te horen dat meneer De Boer overleden is. Maar gelukkig blijkt dat dit niet de goede De Boer te zijn en leeft Jan’s vader nog!


Promotie

Als je dit boek nog geen één keer gelezen hebt, raad ik je dit echt aan te doen. Het is wel een dik boek, maar er staan veel weetjes in, die nauwelijks in andere oorlogsboeken staan en daardoor leuk zijn om te weten. Het boek is niet zo moeilijk om te begrijpen, waardoor je bijna geen last hebt van onbekende woorden en daardoor leest het fijner. Het boek is uniek, omdat het ook veel over het verzet gaat, wat ik in veel andere boeken die ik gelezen heb, nog niet ben tegen gekomen. Dit boek is echt iets voor jou, als je van spannende boeken houdt. Doordat er veel spannende stukjes in het boek zitten, is het veel boeier om dit boek te lezen. Gewoon lezen dus!





 





zondag 2 november 2014

boekverslag Sonny Boy








 

Titel: Sonny Boy
Schrijver: Annejet van der Zijl

Wat vind ik van het boek?
Ik vind het een leuk boek omdat er veel informatie over de tweede wereldoorlog in staat die ik nog niet wist. Bijvoorbeeld dat Hitler een bunker had gebouwd van muren van een dikte van vier meter. Ook vind ik het een spannend boek doordat er veel spannende stukken zitten in het boek, Bijvoorbeeld het einde of Rika en Waldemar in leven blijven of niet. Verder vind ik het ook een zielig boek omdat het een verschrikkelijk einde heeft. Vergeleken met andere waargebeurde oorlogsboeken die ik heb gelezen vind ik dat er in dit boek veel echte foto’s en brieven in zitten waaraan je kan zien dat dit verhaal waargebeurd is, wat ik in andere boeken nog niet heb gezien.

Samenvatting
In een soort proloog “De rivier, 1923” maken we kennis met Waldemar, die een geweldige zwemmer is. Hij zwemt dagelijks in de Surinamerivier, en is goed thuis in de gevaarlijke stroom. Hij is niet bang voor ongelukken, want het water is zijn vriend.

Hoofdstuk 1: November in Holland

Rika Hagenaar-van der Lans is heel verdrietig gestemd in de herfst van 1928. Ze is verdrietig omdat haar echtgenoot maar niet begrijpen wil dat ze echt van hem wil scheiden. Dan komt er soort terugblik naar haar leven tot dat moment.
Ze is een van de mooie meiden van Van der Lans, een heel gelovig katholiek middenstandsgezin in Den Haag. Ze is geboren in september 1891. Ze is dus 35 als het boek begint. Ook Rika is een heel katholiek meisje geweest. Toen ze zestien was, werd ze verliefd op de 19-jarige Willem Hagenaar. Hij was alleen protestant en de ouders van Rika verboden haar om langer  met hem om te gaan. Maar ze blijven elkaar in het geheim ontmoeten. Toen Willem in 1911 slaagde voor een examen bij Rijkswaterstaat, reed hij naar Den Haag om Rika óp te halen’. Ze had haar eer verloren en de ouders gaven toestemming voor een huwelijk. Het paar vestigt zich in Apeldoorn, en na de geboorte van het eerste kind verhuizen ze naar Den Bosch. Daar gaat alles goed. Maar dan wordt Willem dijkgraaf in het zeer protestante Zuid-Hollandse dorp Goedereede anders. Aangezien Rika graag zwemt, wordt ze in het roddelcircuit van het oerdegelijke dorp opgenomen. Haar man kan dat niet hebben en begint haar te slaan. Rika vlucht naar Den Haag, maar haar ouders zien een scheiding niet zitten. Ze ondergaat een gedaanteverwisseling (knipt d’r haar af), maar haar zoons vinden Den Haag geen leuke stad. Ze biedt in haar woning ook onderdak aan een nicht van haar man die het met een zwarte man heeft aangelegd en door de familie is verstoten. Tussen Christien en haar man Dave blijkt het huwelijk ook niet goed gesteld te zijn en wanneer Dave vertelt dat er een zwart familielid uit Suriname overkomt, vertelt Christien dat deze Waldemar maar het beste kan intrekken bij Rika.

Hoofdstuk 2: Waldemars wereld

Waldemar Nods had van het begin van zijn leven geweten dat hij een ocean swimmer was, nl. dat hij naar Europa zou gaan bijvoorbeeld om te gaan studeren in Nederland. Een zo blank mogelijke huid en een zo westers mogelijke levensstijl geldt in Suriname als de opmaat voor een succesvol leven. Het huwelijk van Waldemars vader en zijn moeder was ook al een gemengd huwelijk tussen blank en zwart. Zij was een keurig meisje en hij een avonturier. Ze krijgen vier kinderen: Waldemar wordt in 1908 geboren.
Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, wordt het economisch minder in Suriname, wat de vader van Waldemar ook veel geld kost. Na de oorlog gaat de markt naar Europa  open en Waldemars vader laat zijn vrouw in de steek. Zij moet alle eindjes aan elkaar knopen. Waldemar is een ijverige jongen die zijn best doet om zijn studie te halen. Zijn droom is naar Nederland te vertrekken om daar te studeren. Hij pakt een boot van de KNSM. Onderweg sterft een van de passagiers aan malaria en ze gaat al die tijd in de kist mee naar Holland, wat een behoorlijke stank tot gevolg heeft. Aangezien haar familieleden bij aankomst in Holland moord en brand schreeuwen, moeten de passagiers nog een paar dagen aan boord blijven.

Hoofdstuk 3: De kostganger

Het is erg wennen voor Waldemar in het koude Holland. Dave’s vrouw Christien doet koel tegen hem en hij is van een rijke Surinamer een arme sloeber geworden. Hij moet van Christien verhuizen naar het pension van Rika. Dat gebeurt in november 1928. Hij is wel gecharmeerd van de oudere en warmere Rika. Een jaar later is ze zwanger van hem. Haar man wil naar Nederlands-Indië vertrekken en wil eigenlijk Rika terug hebben. Haar oudste zoon Wim kan de relatie tussen Waldemar en zijn moeder niet accepteren en trekt naar Goedereede. Zijn vader hoort met ontzetting over de verboden relatie tussen Rika en Waldemar en wil alle kinderen terughalen naar zijn huis. Op 17 november 1929 wordt de kleine Waldemar geboren (ook wel Sonny Boy genoemd). De andere kinderen worden Rika gerechtelijk ontnomen. Intussen is de beurscrash in New York een feit: Rika en Waldemar hebben geen geld, geen werk en geen vrienden. Ze worden hun huis uitgezet. Rika blijft contact houden met haar kinderen: ze blijft ze dikke brieven en foto’s toesturen. Waldemar blijft goed studeren en werkt later op de boekhouding van een bedrijf. Rika gaat een pension stichten en vanaf 1932 kan ze in de Haagse binnenstad gasten ontvangen. Ze hoopt er ook haar kinderen te kunnen ontvangen, maar dat gebeurt niet. Alleen dochter Bertha houdt Rika op de hoogte van wat er zich allemaal in Goedereede afspeelt. Zo ontstaat er toch een briefwisseling. Het volgende pension van Rika is er een aan zee. Ze slaagt erin haar pensionnetje vol met mensen te krijgen en zo de schuldeisers van haar af te houden, al moet ze soms haar eigen kamer opofferen.

Hoofdstuk 4: Pension Walda

In de jaren dertig gaat het economisch best goed in de kustplaats Scheveningen. Er komen dan ook veel gasten naar het pension van Rika en de opmerkingen in het gastenboek zijn lovend. In 1934 huren ze zelfs drie appartementen vlak bij het strand en Rika heeft veel handelsinzicht. Ook komen er vaak Duitsers. In Duitsland gaat het met de economie door toedoen van Hitler veel beter. Er volgt een macro-economisch relaas. Daarna daalt Van der Zijl weer af tot het microniveau. De kleine Waldy wordt door de ouders van Rika wel geaccepteerd, maar haar eigen kinderen mogen van haar man nog steeds geen contact onderhouden. Dat is een geweldige tegenvaller voor haar: ze stuurt ze nog steeds elke week een brief. Niet elk kind doet even vriendelijk tegen haar: vooral de oudste kinderen negeren haar. Waldemar is zijn exotische aard in Nederland wat kwijtgeraakt: hij is stiller geworden. Sonny groeit voorspoedig op en zit op de artistieke montessorischool: hij is trots op zijn vader die hem vaak laat zien hoe goed hij kan zwemmen in zee. In 1937 trouwen Waldemar en Rika voor de wet. Wel moet Sonny later naar de veel strengere katholieke school, wat hij niet leuk vindt. Het gaat zo goed met Rika’s handel dat opnieuw besloten wordt een groter huis te kopen om een pension te stichten. Aan de zeekant.

Hoofdstuk 5: Aan de zeekant

In 1938 is het een topjaar wat betreft het mooie zomerweer en de vele gasten in het pension. Intussen heeft Hitler in Duitsland zijn theorie over de joden ontwikkeld. Maar juist Rika roemt de handelsgeest van de joden. Het gaat in Europa steeds slechter. Hitler valt Polen binnen. Er worden soldaten in het pension ondergebracht en op 10 mei 1940 zijn we getuige van de inval van de Duitsers. Na vijf dagen geeft Nederland zich over. In de periode erna leefden bezetters en onderdrukten nog broederlijk naast elkaar in het pension. De Duitsers gedroegen zich heel fatsoenlijk. Af en toe is er contact tussen enkele kinderen en Rika, waarover ze heel erg blij is. Alleen de oudste zoon Wim moet weinig van zijn moeder weten. Als de oorlog door de aanval op Pearl Harbour officieel  wordt, is dat economisch goed te merken. Er komen minder gasten en tenslotte moet de Scheveningse boulevard worden afgesloten. Het pension wordt dan ook gesloten.

Hoofdstuk 6: Schaduwleven

Naarmate de oorlog vordert, gaat Rika joodse mensen onderdak verlenen in de Pijnboomstraat. De eerste treinen vertrekken al naar Westerbork en er is veel behoefte aan onderduikadressen. Rika vindt dat ze moet helpen, maar ze is onvoorzichtig. Zo staat een illegaal radiotoestel gewoon zichtbaar in de kamer en verraders hebben dat natuurlijk snel door. Ook laat ze de onderduikers te gemakkelijk de straat op gaan. Rika komt in contact met een echte verzetsman Kees Chardon uit Delft, die er een reputatie op na dat hij joden in veiligheid wil stemmen. Waldemar houdt zich meer afzijdig. Toch komen er steeds meer onderduikers in hun huis o.a. een oud SS-er, Gerard van Haringen. Het kan ook niet uitblijven dat er door de Haagse politie (die overwegend fout was) een inval wordt gedaan.. Waldemar, Sonny en Rika worden opgepakt, en  de meeste onderduikers. Ook de groep van Kees Chardon wordt opgepakt.

Hoofdstuk 7: De ogen van Rika

Hun zevende trouwdag vieren Rika en Waldemar in de gevangenis. Rika wordt steeds ondervraagd onderandere door Kees Kaptein, een van de ergste nazi-vrienden, die na de oorlog zelfs de doodstraf heeft gekregen. In ruil voor seksuele gunsten wil hij nog wel eens wat voor vrouwen doen, maar bij Rika heeft hij geen kans. Waldemar en Kees Chardon worden op 23 februari naar Vught gebracht: niet zo’n heel streng gevangenkamp. Waldemar weet zich goed staande te houden met zijn nette gedrag en schrijft brieven naar de familie. Op 1 mei worden de straffen tegen Kees Chardon en Rika uitgesproken: levenslang wegens het helpen van Joden. Ook Rika wordt vervoerd naar Vught. Een keer heeft ze nog Waldemar kunnen zien. Daarna wordt hij op transport gesteld naar Neuengamme: richting noordnoordoost. Ook daar weet hij zich goed aan te passen door zijn goede manieren en zijn kennis van het Duits. Ook Rika wordt naar Duitsland vervoerd.

Hoofdstuk 8: Noordnoordoost

Rika rijdt twee dagen en nachten met de trein naar Duitsland. Omdat het in Vught niet zo slecht was, denken de vrouwen dat het ook in het Duitse kamp Ravensbrück niet zo erg is, maar daar komen ze snel achter. Het is er verschrikkelijk. Twaalfhonderd mensen delen een plek die voor vierhonderd geschikt is. Ziektes breken dan ook uit. Contact met Waldemar heeft ze niet meer. De brieven bereiken elkaar niet meer. Na het Ardennenoffensief komen er steeds meer gevangenen in de kampen, wat de situatie mensonterend maakt. Er breekt in het kamp van Rika dysenterie uit. De zieke vrouwen worden bij elkaar gezet en slechts een twintigtal weet te overleven. Rika is daar niet bij en wordt geëxecuteerd. Waldemar weet het wel vol te houden totdat de Russen voor de poorten staan. In april slaagt hij erin met een grote groep gevangenen weg te komen uit het kamp. Ze gaan in de richting van de Oostzee en worden ingescheept op het luxe schip Cap Arcona. In de epiloog blijkt later dat het schip op 3 mei wordt getorpedeerd.

Hoofdstuk 9: Het koekoeksjong

Na de bevrijding op 5 mei is Sonny Boy een koekoeksjong: een slungelige puber. De eerste tijd verblijft hij bij zijn grootouders, maar die kunnen hem niet opvoeden. Daarna gaat hij naar zijn favoriete tante Jo. Via het Rode Kruis hoort hij wat er met zijn moeder is gebeurd. Van zijn vader weet hij nog niets. Ook wordt niet bekend wie de onderduikers in de Pijnboomstraat verraden heeft, wat dat dat laatste is gebeurd, is wel zeker. De gedeserteerde SS-er Gerard van Haringen zou het gedaan kunnen hebben. In Nederland rust er echter een taboe op dat soort dingen: het pensioen met een andere eigenaar wordt weer geopend en het naoorlogse Nederland gaat aan de slag. Kees Kaptein krijgt de doodstraf. Sonny Boy is het koekoeksjong dat nergens thuis is: hij krijgt een psychisch trauma, wordt onhandelbaar. Hij gaat studeren en trouwen met een meisje dat hij zwanger heeft gemaakt, maar beide zaken lopen op een mislukking uit. Zijn therapeuten raden hem aan zijn leven op schrift te stellen, maar het is niet mogelijk voor hem om dat voor elkaar te krijgen. Het stopt steeds bij hetzelfde beeld: zijn vader aan de reling van het mythisch gedoemde zeepaleis dat zijn noodlot geworden was.


Epiloog: De zee, 1945

In dit deel wordt beschreven wat er gebeurde met Waldemar op 3 mei 1945. Het schip waarop hij voer, werd gebombardeerd door Amerikaanse vliegtuigen.. Er zijn veel slachtoffers en de keus is: aan boord blijven van het brandende schip of het koude water in. De goede zwemmer Waldemar kiest voor het laatste en weet inderdaad zwemmend de kust te bereiken. Daar wordt hij door in paniek geraakte Duitse soldaten neergeknald. ”Bloed mengde zich met ijskoud water, maar Waldemar voelde al geen pijn meer. Hij wiegde op de golven, en de zee spoelde alle vuil en ellende van hem af. Het water was zijn vriend, zoals het dat altijd was geweest…… Hij krijgt al stervend een visioen. ……” en Waldemar zwom, hij zwom naar huis”.


Perspectief
Het boek is door Annejet van der Zijl heeft dit boek in het auctoriaal perspectief geschreven, maar ook in het ik- perspectief dat kun je zien aan de brieven en de citaten die in het boek staan. Het effect van dit auctoriaal perspectief is dat de schrijver van het boek het verhaal verteld. Ik vind dit niet zo’n goed perspectief omdat ik fijner vind als het vanuit de hoofdpersoon wordt verteld, zo beleef je het verhaal na mijn idee meer.


Scène 1:
Waldemar bereikte het strand en toen hij het laatste stukje met een andere drenkeling naar de overkant liep, werd er opeens op ze geschoten waarna de drenkeling zich liet vallen en zag dat Waldemar werd geraakt en stierf.
Ik perspectief: Bijvoorbeeld Waldemar was bijna bij het strand. Hij was uitgeput en zette de laatste stappen. Opeens hoorde hij schoten en zag hoe zijn mededrenkeling zich liet vallen. Maar Waldemar werd geraakt en verdween onder water.
Scéne 2:
Er werd 18 januari in 1944 aangebeld vroeg in de ochtend, Waldy deed de deur open werd overmeesterd  door twee mannen die Rika en Waldemar en sommige  andere bewoners naar het politiebureau brachten.
Ik-perspectief: Bijvoorbeeld Rika hoorde opeens allemaal gestommel in gang en hoorde daarna twee mannen de trappen op komen. Gauw kleedde ze zich aan en nam nog snel een pakje margarine en een bus suiker mee.
Ander eind van het boek
Toen de bevelhebbers van de natzi’s  met de gevangenen [waar Waldemar ook bij zat] probeerde te ontkomen met boten via de Oostzee omdat ze de Tweede-wereldoorlog dreigde te verliezen, werden ze aangevallen door jachtbommenwerpers van de Geallieerden. De boten vlogen in brand en Waldemar sprong van de boot af en zwom naar Noorwegen. Toen waldemar en een drenkeling bijna aan land waren werden ze opeens beschoten. De drenkeling liet zich vallen waardoor hij niet werd geraakt. Maar Waldemar werd geraakt en overleed.
Wat zou ik anders doen?
Wat ik jammer aan dit boek vind is dat het zo’n triest einde kent. Maar het boek had ook niet anders geschreven kunnen worden omdat het een waargebeurd verhaal is. Ik had verwacht dat Waldemar het zou overleven en uiteindelijk weer thuis zou komen.  Dus ik had de afloop van het boek veranderd.

Mijn afloop van het boek.
Toen de bevelhebbers van de natzi’s  met de gevangenen [waar Waldemar ook bij zat] probeerde te ontkomen met boten via de Oostzee omdat ze de Tweede-wereldoorlog dreigde te verliezen, werden ze aangevallen door jachtbommenwerpers van de Geallieerden. De boten vlogen in brand en Waldemar sprong van de boot af en zwom met een andere drenkeling naar Noorwegen. Waldemar en de drenkeling zwommen voor hun leven en uiteindelijk kwamen ze uitgeput aan op het strand van Noorwegen, waarna Waldemar hulp ging zoeken hoe hij weer thuis kon komen. Uiteindelijk kwam hij met de boot weer thuis en kon hij eindelijk Waldy omhelzen die hij een hele lange tijd niet gezien .







vrijdag 19 september 2014

leesautobiografie

Vroeger toen ik nog heel klein was [ongeveer 3 jaar]  lazen mijn ouders voor het slapen gaan vaak voor uit Jip en Janneke. Ik vond dat toen altijd heel spannend. Ik las toen natuurlijk nog niet echt zelf boeken, maar keek veel naar de plaatjes. Ook vond ik boeken met knopjes met  bijvoorbeeld dierengeluiden heel leuk. Later toen ik ongeveer 4 jaar was lazen mijn ouders me ook voor uit de boeken: Floddertje en Otje voor zover ik me nog kan herinneren . Ik was dus eigenlijk wel een beetje een Annie M.G. Schmidt fan. Mijn juf in groep 2 las mij altijd voor uit het boek: Pinkeltje van Dick Laan. Ik vond dat boek  altijd zo leuk doordat er zoveel fantasie in zat. Mijn oma kwam ook wel eens op bezoek en nam dan een groot leesboek mee met allemaal kleine verhaaltjes. Ik vond dat altijd heel gezellig. Toen ik wat ouder werd ging ik zelf ook wat stukjes voorlezen aan me ouders, voordat ik ging slapen. Het lezen ging me altijd vrij goed af alleen begrijpen wat ik gelezen had was soms wel wat moeilijk en dat is het soms nog wel. Ik mocht in groep 3t/m 5 altijd 1 keer in de week een boekje op school uitzoeken en dat thuis lezen. In groep 7 en 8 moest ik een keer per week iemand uit een lagere klas helpen met voorlezen, dat vond ik altijd veel leuker dan 'gewone les'.
Ik heb de laatste paar jaar van de basisschool eigenlijk niet heel veel leesboeken gelezen, dat kwam omdat ik informatieve boeken eigenlijk veel leuker vond. Ik las bijvoorbeeld veel liever boeken over hoe je een konijn verzorgt dan een gewoon leesboek. Als ik dan leesboeken las waren dat vooral oorlog- en misdaadboeken. Ik heb bijvoorbeeld de hele serie van Snuf De Hond van Piet Prins en
de Schippers Van De Kameleon van  Hotze de Roos gelezen. Op het Vmbo moest ik verplicht boeken lezen, dat waren er 9 in totaal. Het maakte niet uit wat voor soort boeken dat waren als het maar boven het c niveau zat. De boeken die ik toen gelezen heb zijn: Ramiro Kindsoldaat van Ineke Holtwijk, Fataal van Roger H. Schoemans, Kladwerk van Anke De Vries,Uitgebroken van Theo Henk Streng, Brand in Berlijn van Riny van der Mark, Reis door de Nacht van Anke De Vries, De Rode handschoen van Anke De Vries en Wieloooch  van An van Oosten
. Mijn persoonlijke top 5 van deze boeken is:
1. Reis door de Nacht, Dat vind ik omdat je het verhaal echt beleefd doordat er veel details in het boek staan.
2.Ramiro Kindsoldaat, omdat ik het een heel mooi verhaal vond en omdat het thema kind soldaat mij erg aansprak.
3. De Rode Handschoen, omdat ik me heel goed kon inleven in de situaties van de hoofdpersoon.
4. Fataal, omdat het boek veel raadsels bevatten, waardoor het boek niet saai werd.
5. Brand in Berlijn, omdat het boek spannend was en daardoor leuk was om te lezen.
De boeken die ik wil lezen moeten oorlogsboeken, waargebeurde verhalen en misdaadboeken zijn omdat dat ik dat spannende boeken vindt en omdat ik van boeken met een boodschap houdt.
Ik wil dit jaar sowieso het boek Sonny Boy van Annejet van der Zijl lezen. Ik ga de boeken zoeken op de site van lezen voor de lijst en als ik wat gevonden heb haal ik dat bij de bibliotheek in de buurt of op school.
Ik verwacht daarbij van de docent, dat die mij eventueel helpt bij het vinden van een exemplaar, als ik die niet kan krijgen.