Titel: Montyn
Schrijver: Dirk
Ayelt Kooiman
Wat
vind ik van dit boek?
Ik vind dit een leuk boek, omdat over een
soldaat gaat en niet over een willekeurig ander persoon, die vaak maar een
klein deel van de oorlog meemaakt.
Dit vind ik iets anders voor een soldaat die de
hele tijd bezig is met vechten en in de meest vreselijke situaties terecht
komt. Het mooie vind ik ook van dit boek is, dat de Tweede wereldoorlog is
vanuit een ander oogpunt wordt beken namelijk: dat van een Duitse militair. In
vergelijking met andere boeken die ik gelezen heb vind ik dit een goed boek,
omdat het goed verwoord is en het waargebeurd is. Ook is dit boek heel
realistisch en daardoor beleef je
Het alsof jij de hoofdpersoon bent. Een minpunt aan dit boek vind ik wel, dat het
een vreemd einde heeft.
Samenvatting
Jan
Montyn wordt in 1924 geboren in Oudewater. Hij wordt daar opgevoed in een
streng Calvinistisch gezin. Hiertegen begint hij te rebelleren. Hij kan het
thuis dus niet vinden en hij mist de vrijheid. Daarom is hij vaak van huis en
zwerft ergens rond om die vrijheid te voelen. Vaak is hij bij de Jeugdstorm te
vinden, ook omdat hij in zijn puberteit gevoelens voor jongens krijgt. Jan wil
voorkomen dat hij opgeroepen wordt om bij het leger te gaan en daarom gaat hij
met een vriend op wintersportkamp. Maar
dat loopt niet goed af want in Oostenrijk, waar hij met Hein (een vriend) op
weersportkamp is, leert Jan de echte oorlog kennen: hij krijgt opdracht een
trein te laten ontsporen. Hij heeft nu eindelijk de vrijheid geproefd en als
hij wordt opgeroepen voor de arbeidsdienst en hij kiest al snel voor de
Kriegsmarine. Dit tot groot verdriet van zijn ouders.
Jan krijgt al snel met tegenslag en geluk te maken, want twee keer wordt zijn boot getorpedeerd en twee keer overleven Hein en hij deze aanslagen. Hierna worden ze omgeschoold tot frontsoldaat, omdat de marine niet genoeg schepen voorradig heeft. Ook hier heeft Jan weer geluk, maar Hein komt er minder goed vanaf en sterft. Jan stort hierdoor in en wordt ook nog getroffen door een granaat. Hij wordt opgelapt en op transport gezet. De boot waarop hij zit, wordt ook weer getorpedeerd. Een arts die zich tot hem aangetrokken voelt, redt hem. Na een verblijf in een gewoon ziekenhuis mag hij weer naar huis. Maar thuis is hij het gauw zat en gaat van huis, waarna hij langs een rivier gestationeerd wordt. Dit front stort in, de Duitse heerschappij valt en Jan wordt met vele anderen in een kamp geplaatst. Hieruit weet hij snel te ontsnappen. Jan vertrekt met een ander naar Frankrijk en neemt dienst in het vreemdelingenlegioen. Dit bevalt hem niet en hij keert terug naar Nederland. Hier geeft hij zich, om niet nader beschreven redenen, aan. Misschien om niet constant op de vlucht te hoeven zijn. Nadat hij zijn lichte straf heeft uitgezeten, besluit hij beroepssergeant te worden. Hij krijgt ook een aanbieding om een museum met antieke legervoorwerpen op te zetten. Maar zijn geweten laat hem niet los. Zijn slechte geweten knaagt aan hem omdat hij aan de kant van de Duitsers heeft gevochten. Hij krijgt last van angstdromen, woedeaanvallen en psychoses. Dan doet een rekruut er aangifte van dat Jan bij hem in bed is gaan liggen. Hij wordt opgepakt, veroordeeld, en wordt volledig ontoerekeningsvatbaar verklaard en volledig voor militaire dienst wordt afgekeurd.
Nadat hij uit de inrichting is gekomen, legt hij zich weer toe op de kunst en organiseert kindertransporten uit Vietnam naar Europa. Daar wordt hij door de Vietnamese politie opgepakt omdat hij zonder stempel van Noord- naar Zuid-Vietnam is gereisd. Het boek eindigt nogal vreemd. Jan krijgt een dochter, Carolynne. De laatste regel is: "Dit is de wereld Carolynne. We zullen ons best doen dat je het goed krijgt."
Jan krijgt al snel met tegenslag en geluk te maken, want twee keer wordt zijn boot getorpedeerd en twee keer overleven Hein en hij deze aanslagen. Hierna worden ze omgeschoold tot frontsoldaat, omdat de marine niet genoeg schepen voorradig heeft. Ook hier heeft Jan weer geluk, maar Hein komt er minder goed vanaf en sterft. Jan stort hierdoor in en wordt ook nog getroffen door een granaat. Hij wordt opgelapt en op transport gezet. De boot waarop hij zit, wordt ook weer getorpedeerd. Een arts die zich tot hem aangetrokken voelt, redt hem. Na een verblijf in een gewoon ziekenhuis mag hij weer naar huis. Maar thuis is hij het gauw zat en gaat van huis, waarna hij langs een rivier gestationeerd wordt. Dit front stort in, de Duitse heerschappij valt en Jan wordt met vele anderen in een kamp geplaatst. Hieruit weet hij snel te ontsnappen. Jan vertrekt met een ander naar Frankrijk en neemt dienst in het vreemdelingenlegioen. Dit bevalt hem niet en hij keert terug naar Nederland. Hier geeft hij zich, om niet nader beschreven redenen, aan. Misschien om niet constant op de vlucht te hoeven zijn. Nadat hij zijn lichte straf heeft uitgezeten, besluit hij beroepssergeant te worden. Hij krijgt ook een aanbieding om een museum met antieke legervoorwerpen op te zetten. Maar zijn geweten laat hem niet los. Zijn slechte geweten knaagt aan hem omdat hij aan de kant van de Duitsers heeft gevochten. Hij krijgt last van angstdromen, woedeaanvallen en psychoses. Dan doet een rekruut er aangifte van dat Jan bij hem in bed is gaan liggen. Hij wordt opgepakt, veroordeeld, en wordt volledig ontoerekeningsvatbaar verklaard en volledig voor militaire dienst wordt afgekeurd.
Nadat hij uit de inrichting is gekomen, legt hij zich weer toe op de kunst en organiseert kindertransporten uit Vietnam naar Europa. Daar wordt hij door de Vietnamese politie opgepakt omdat hij zonder stempel van Noord- naar Zuid-Vietnam is gereisd. Het boek eindigt nogal vreemd. Jan krijgt een dochter, Carolynne. De laatste regel is: "Dit is de wereld Carolynne. We zullen ons best doen dat je het goed krijgt."
H. Column: wat ik van dit boek
geleerd heb
Dit
boek betekend voor mij heel veel: zoveel, dat als ik moest kiezen tussen mijn
broertje of dit boek, ik dit boek zou kiezen. Ik heb veel van dit boek geleerd.
Ten eerste neem ik altijd torpedo’s aan boord als ik ga varen. Ten tweede ga ik
later als ik geen zin heb om militair te zijn, bij een rekruut in bed liggen
zodat ik niet meer in militaire dienst hoef. Ten derde ga ik in de toekomst,
als er een digitale oorlog komt, vooral veel dorpen platbranden zoals de Russen
ook deden, wat heel goed helpt voor een digitale oorlog. Ten vierde heb ik
geleerd, dat als je ruzie met je ouders hebt, op wintersportvakantie moet. Als
laatste ga ik nooit in Oudewater wonen, want daar wonen alleen maar vervelende
strenggelovige mensen.